Taalmissers

Als je een vreemde taal leert, is een taalmisser zó gemaakt. Geeft niks, dat zorgt voor extra sfeer! In mijn lessen Italiaans is het vaak raak. Zo vertelde een cursist ooit dat hij thuis een kookengel had, een angelo cottura. (Een angolo cottura is een kookhoek.) Wie wil dat niet, een engel in de keuken?? En elk jaar zit er wel weer een cursist op een zonovergoten terras in Italië en bestelt dan een verfrissend glaasje vissensap, succo di pesce. (Succo di pesca is perzikensap.) Dat gaat er altijd in, natuurlijk!

 

 

Je Italiaanse les in de praktijk brengen

Ter afronding van de cursussen ga ik met mijn cursisten traditiegetrouw eten bij Italiaans restaurant Monte Giove. En daar hoorde ik mijn onopgevoede groep enkele jaren terug tot mijn schrik roepen om korting, sconto! Ze bleken de rekening te bedoelen, il conto.
“Dat heb ik ze zo niet geleerd, hoor!” Riep ik er nog achteraan. De klare taal van mijn groep leverde ons wel een limoncello van het huis op.

 

Heldere communicatie 😉
Uiteraard maakte (en maak) ik ook wel eens taalmissers, vooral in mijn studiejaar in Bologna. Een blunder eersteklas was mijn poging een compliment te geven aan een Italiaanse huisgenoot. Hij kon erg goed ‘cremino’ maken, espresso met een crèmelaagje. Dus vertelde ik hem dat hij zo goed was in ‘fare il cretino’. Laat cretino nou ‘sukkel’ betekenen. Ik had hem het compliment gemaakt dat hij fantastisch de sukkel kon uithangen. Zo maak je vrienden…

 

Tolk in de problemen
Ook als onervaren kersverse tolk ging ik eens vreselijk de mist in, toen ik tolkte voor een leverancier van vitrinekasten. Mijn eerste tolkopdracht. Ik ging de mist in met… een klemtoon. Een casino is in het Italiaans een casinò, met de klemtoon op de o. Het Italiaanse woord casino, met de klemtoon op de i, betekent bordeel. (En in ruimere zin ‘een puinhoop’.) Subtiel verschil, je moet het even weten.

Ik wist het niet, en vertelde mijn opdrachtgever dus dat de potentiële klant voor zijn neus graag tien vitrinekasten wilde voor in zijn bordeel. Mijn tijdelijke baas keek bevreemd, hij wilde weten WIE er dan in die vitrinekasten moest. Wie? Hoezo wie? Daar raakte ik ook de draad kwijt. Toen het tot mijn opdrachtgever doordrong dat ik een klemtoontje verkeerd legde, kon hij zijn lachen niet inhouden. En ik ook niet, toen me daagde wat er fout was gegaan. We vonden het hilarisch en de gesprekspartner – na enige uitleg – ook. De deal was toen al zo goed als gesloten.

 

Tolken vs vertalen

Het is voor een tolk soms best lastig om gaandeweg het gesprek een eerder gemaakte fout recht te zetten. Je zal maar iemand als overleden hebben bestempeld, terwijl later in het gesprek blijkt dat hij nog springlevend rondloopt. Hoe laat je de persoon in kwestie dan weer zo onopvallend mogelijk herrijzen uit de dood? Geintje natuurlijk; open kaart spelen is in zulke hachelijke situaties meestal het best. Als vertaler heb je dat probleem niet. Wie vertaalt, zet geschreven teksten om en kan nog eens terugkijken en bijschaven. En nog meer bijschaven, wijzigen, corrigeren en herzien. Gesteld dat de deadline niet ‘eergisteren is’. Een veel gebruikte uitdrukking in de uitgeverswereld.

 

Leer ook een nieuwe taal
Belangrijke zakelijke besprekingen buiten beschouwing gelaten, zijn taalmissers vaak vooral grappig. In mijn lessen dragen ze in elk geval bij aan een vrolijke stemming in de klas. Welbeschouwd niet eens nodig: de stemming zit er bij de cursussen Italiaans sowieso wel in. Want een taal leren is echt erg leuk! Dus sluit je aan en geef je op voor de vakantiecursus Italiaans voor beginners die op donderdagavond 30 maart 2017 in Veenhuizen van start gaat! Benvenuti. En dat betekent welkom…